Fijnproeverspoëzie

De genoegens die deze Fijnproeverspoëzie aan U verschaft, worden teweeggebracht door de bijzondere combinatie van vorm, klank en betekenis al dan niet van humoristische aard.    Veel leesplezier!

  • Coronakapsels

    Het straatbeeld is toch hetzelfde niet meer:
    Het deint precies wat meer op en neer!
    Zeker als ook de wind zijn zegje doet
    Want er is toch wel één ding, dat iedereen dringend doen moet!
    Iets wat zich toch wel meer en meer opdringt
    En ik weet wel waar het schoentje wringt!
    Want in deze “CORONA-TIJD” is het niet zo evident,
    Om, wanneer men alle regels erkent,
    Om de kapper een bezoekje te brengen
    Want de haren zijn veel te veel aan ’t verlengen!

    Er is toch nog iets wat in het oog sprint
    En waar enige maatregel zich toch wel opdringt:
    Ik zie, en dit zal de dames zeker niet opbeuren,
    Dat zij nu een kapsel hebben met twee kleuren
    Zij hebben er natuurlijk niet zelf om gevraagd,
    Maar zij worden nu wel door dit fenomeen geplaagd!

    Bij de heren zijn het hun haren
    Die me toch wel wat zorgen baren!
    Ja, ik ben toch wel een beetje bang
    Want hun haren worden wel wat lang!
    Als die nog wat lang blijven groeien,
    Gaan de dames, ons mannen, misschien nog verfoeien!
    Nog even en alles is misschien uitgeklaard,
    Dan zijn de haren lang genoeg, en heeft zo iedere man een baard!

    Maar ook voor de mannen zonder haar,
    Heeft den Theo een rijmpje klaar!
    Zij moeten echt niet wanhopen
    Want als het hier een weer wordt zoals in de tropen
    Moeten zij niet voor de spiegel gaan staan,
    Om met een kam door hun haren te gaan!
    Zij kunnen dan met één veeg van een Kleenex
    Hun koppeke laten blinken zoals een pakje van latex!